Chocolade heeft heel veel geschiedenis en zo is chocolade ontstaan:

De Mexicanen, Maya’s en Azteken dachten dat chocolade je speciale krachten gaf. Ze gebruikten de cacao al erg lang, zelfs al voordat Columbus Amerika ontdekte. De keizer van de Azteken , Montezuma, dronk liters chocolade. Niet alleen omdat hij het lekker vond, maar ook omdat hij dacht dat hij er veel slimmer en sterker van werd. In de zestiende eeuw ontdekten ook de Europeanen de chocolade.

In 1528 kwam de Spaanse ontdekkingsreiziger Fernando Cortez namelijk terug van zijn reis door Mexico. Hij bracht niet alleen schatten mee, maar ook cacaobonen. Omdat cacaobonen in Amerika zo’n belangrijk product was had hij deze ook meegenomen. Het waren de Spanjaarden die van de cacaobonen een zoet chocoladedrankje maakten door er suiker en vanille bij te doen. Het recept hielden de Spanjaarden geheim zodat zij de enige waren die wisten hoe je het drankje moest maken. De chocoladedrank werd zo populair in Europa dat ook anderen ontdekkingsreizigers op zoek gingen naar de cacaobonen. Ze kwamen er ook achter hoe de chocoladedrank gemaakt werd en gingen dat aan iedereen in Europa vertellen. Toen werd de chocolade steeds meer gedronken. De cacaobonen werden zo belangrijk dat je er zelfs mee kon betalen! Een konijn kostte 10 cacaobonen en een slaaf kostte 100 cacaobonen.

De chocoladedrank was in die tijd niet dezelfde als die we nu hebben. Er zaten anderen kruiden in en de chocolade werd niet zoet gemaakt.

De productie en de verbouwing van chocolade wordt steeds minder. Terwijl steeds meer mensen uit Azië ook chocolade zijn gaan eten en de boeren stoppen met het verbouwen van cacao, zal chocolade in 2020 waarschijnlijk heel erg duur worden, omdat er nog maar weinig van is.